28 augustus Mammoth Lakes - Yosemite NP

De dag begint goed met een kop koffie en FaceTime gesprekken met Nederland. We spreken eerst Margita en daarna Nadia en zien tijdens dat laatste gesprek een groot deel van de familie Jansen voorbij komen die bij Jan en Jacqueline zijn. Zo leuk om Nadia ook even te spreken en zo er ook een beetje bij de Jansendag te kunnen zijn vanuit de bossen in California. Na het ontbijt rijden we highway 395 op om van daaruit de ‘15 mile scenic loop’ rondom de meren June, Gull, Silver en Grant te rijden. Prachtige Kratermeren hoog in de bergen. Daarna komen we weer terug op de 395 en komen we uit bij Mono Lake. Dit is een bijzonder zoutmeer met zg ‘Tufa towers’ wat grillig gevormde zoutpilaren zijn in en aan het water. Onder de pilaren zijn ondergrondse waterbronnen. Ziet er echt bizar uit en geeft een mooi plaatje. We bezoeken het meer bij de ‘South Tufa’, waar de meeste pilaren staan en lopen de korte trail naar het water. De jongens (en ik) vermaken zich met het gooien van stenen om deze op het water te laten ketsen. Dat lukt nog goed ook (mij iets minder). Het is al best warm geworden, terwijl de dag zo koel begon. Het meer ligt vlak bij de route 120 welke leidt tot de Tioga Pas in Yosemite. Vlak voordat we de 120 oprijden gaan we een sandwich eten bij Whoa Nellie Deli, zoals getipt in de reisbeschrijving. De Deli ligt op de heuvel met uitzicht op het Toga meer. De Tioga Road is een ‘39 mile scenic drive’ die ons van rechts naar links dwars door Yosemite National Park brengt. Het is voor Rob wel een vermoeiende weg om te rijden zo kronkelend door de bergen. Maar de bergen zijn prachtig en het gebied is bedekt met veel en hele hoge naaldbomen. We komen langs verschillende meren, maar het mooiste plekje langs de route is Olmsted Point. Wat een uitzicht!!! We willen ook een kijkje nemen bij de Sequoia bomen bij Tuolumne Grove aan het einde van de weg, maar helaas is het zo druk dat we nergens onze camper kunnen parkeren. We rijden door en hopen morgen meer geluk te hebben. Dan leidt de navigatie ons via een raar binnenweggetje (waar Rob de zenuwen van krijgt) naar de camping net buiten het park. Achteraf hadden we gewoon de 120 moeten blijven volgen, maar als we inchecken zien we meer Campers uit hetzelfde kleine pad komen.... Beetje raar dus. We mogen zelf een vrije plek uitzoeken, maar er zijn niet veel plekken meer vrij. We vinden toch een mooi plekje in de schaduw. Rob gaat even plat (bijkomen van die haarspeldbochten) en wij gaan bijna alle spellen uit proberen op de camping. We starten met ‘tetherball’, daarna hoefijzer werpen, een spelletje midgetgolf en eindigen met een paar potjes Pool in de Family Lodge. Op de hele camping is geen bereik voor de telefoons en alleen in de family Lodge is er beperkte WiFi. Rick gaat daar even heen om wat de ‘appen’ en te lezen en Lex en ik gaan ‘zwemmen’ in de rivier. Het water is echt kristalhelder maar fris en niet heel erg diep. Kinderen (waarschijnlijk) hebben daar een dam gebouwd van stenen en daardoor een soort baan gecreëerd waar het water sneller stroomt. Lex verplaatst nog wat stenen hier en daar en gaat dan met zijn opblaasband over die baan heen en drijft zo lekker een stuk over het riviertje. Intussen is het al best laat geworden, dus gaan we terug naar de camper om te eten. Het smaakt ons goed (heerlijk malse en lekker gekruide varkenshaas met heerlijke groentemix) en we nemen een waterijsje na. We willen morgen heel vroeg naar het park gaan, dus gaan we op tijd slapen vanavond. Kijken of het lukt om zo vroeg al in het park te zijn zodat we de camper wel kunnen parkeren.